PJZ

Tuinvogels

De ekster is met zijn zwart-wit verenkleed en zeer lange, groenglanzende staart een onmiskenbare vogel. De ekster bouwt vaak overdekte nesten.

De gaai is een luidruchtige, bont gekleurde vogel met een opvallend witte stuit. Hij legt een wintervoorraad aan van eikels en beukennootjes.

De heggenmus is een talrijke maar onopvallende zangvogel. Hij verlaat niet graag de directe omgeving van het struikgewas.

De Holenduif lijkt sterk op de iets grotere broer, de Houtduif. Maar waar deze laatste op vleugels en in de nek wit heeft, mist de Holenduif dat. De Holenduif is een grijze duif met een groene vlek in de nek.

De houtduif is in Vlaanderen de meest algemene en grootste duif. Ze is vooral bekend door haar witte halsvlek en haar ritmisch gekoer.

De huismus is een algemene en zeer bekende broedvogel in dorpen en steden. Stevig gebouwd, met grote snavel en verhoudingsgewijs grote kop.

De kauw is een luidruchtige, gedrongen vogel, zwart met een grijs achterhoofd. Hij is vooral bekend doordat hij in schouwen en op kerkzolders broedt.

De koolmees is één van de talrijkste tuinvogels. Met zijn gitzwart petje, witte wangen en citroengele buik, is het een gemakkelijk herkenbare soort.

De merel is één van de meest algemene vogels in België. Met zijn gitzwart verenkleed en oranjegele snavel is de forse lijster onmiskenbaar.

De pimpelmees is met zijn blauwe petje en gele buik één van de bekendste tuinvogels. De zang wordt omschreven als een zilveren lachje.

De roodborst is met zijn opgerichte houding, rond lichaam en rode borst een onmiskenbare vogel. De soort komt vaak in tuinen voor.

De sijs is een geelgroene, kleine en sierlijke neef van de putter.

De spreeuw is een luidruchtige, zwartglanzende vogel met een spitse snavel. Na het broedseizoen zoeken ze elkaar op en vormen soms zeer grote groepen.

Stadsduiven zijn nakomelingen van gekweekte vormen van de Rotsduif

De Turkse tortel is een elegant, bruingrijs duifje met een zwart nekband. De soort werd pas in 1952 voor het eerst in België waargenomen.

De vink is met zijn grijsblauw petje, roestrode borst en witte vleugelstrepen een bekende tuinvogel. De zang eindigt (bij ons) vaak op suskewiet.

De winterkoning is één van de kleinste broedvogels in Europa. Met zijn opgewipt staartje en heldere zang is het een opvallende verschijning.

Share
Geverifieerd door ExactMetrics